Een luchtwaardigheidsbewijs toont aan dat een luchtvaartuig veilig is om mee te vliegen. Er zijn vier soorten luchtwaardigheidsbewijzen:
- Een EASA-luchtwaardigheidsbewijs (EASA-formulier 25) voor een door het EASA gecertificeerd luchtvaartuig.
- Een beperkt EASA-luchtwaardigheidsbewijs (EASA-formulier 24) voor een luchtvaartuig waarvoor het EASA een beperkt typecertificaat of specifieke luchtwaardigheidsspecificaties opgesteld heeft.
- Een luchtwaardigheidsbewijs van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) voor luchtvaartuigen die buiten de Europese wetgeving vallen.
- Een beperkt luchtwaardigheidsbewijs voor amateurconstructies en historische luchtvaartuigen.
Voor een EASA-luchtwaardigheidsbewijs of beperkt EASA-luchtwaardigheidsbewijs moet u ook een geldig certificaat van herbeoordeling van luchtwaardigheid toevoegen (EASA-formulier 15a, EASA-formulier 15b of EASA-formulier 15C). De uitbater, de eigenaar of de erkende organisatie die het certificaat aflevert of verlengt, moet binnen de tien dagen een kopie van het certificaat van herbeoordeling aan DG Luchtvaart bezorgen via ARC online.
Voor ULM’s (ultralichte motorluchtvaartuigen) hebt u een beperkte toelating tot het luchtverkeer nodig.