Rijtijden

Changed
21/09/2022

Bestuurders van vrachtwagens zijn onderworpen aan strikte voorschriften inzake rijtijden. Deze voorschriften vallen onder Verordening (EG) nr. 561/2006 en bepalen de maximale duur van:

  • een rijperiode
  • een dagelijkse rijperiode
  • een wekelijkse rijperiode
  • een rijperiode gedurende een periode van twee weken

Wat is de maximale dagelijkse rijtijd?

De dagelijkse rijtijd wordt gedefinieerd als de totale bij elkaar opgetelde rijtijd tussen:

  • het einde van de dagelijkse rusttijd en het begin van de volgende dagelijkse rusttijd of;
  • een dagelijkse rusttijd en een wekelijkse rusttijd.

Deze dagelijkse rijtijd mag niet meer dan negen uur bedragen. Twee keer per week mag de dagelijkse rijtijd echter tot tien uur verlengd worden.

Er zij op gewezen dat, volgens de sociale voorschriften, een bestuurder twee rijperioden per dag mag werken indien hij het volgende respecteert:

  • de dagelijkse onderbrekingen
  • de dagelijkse rusttijden
  • de wekelijkse rusttijden

Voor meer informatie over de rusttijden, ga naar onze pagina rusttijden.

Wat is de maximale wekelijkse rijtijd?

De wekelijkse rijtijd wordt gedefinieerd als de totale bij elkaar opgetelde rijtijd gedurende één week. Die mag niet meer dan 56 uur bedragen.

Wat is de maximale rijperiode in een periode van twee weken?

De maximale rijperiode gedurende twee opeenvolgende weken mag niet meer dan 90 uur bedragen.

Wat is de maximale duur van een rijperiode?

Een rijperiode wordt gedefinieerd als de bij elkaar opgetelde rijtijd tussen het tijdstip waarop de bestuurder begint te rijden (na een rusttijd of onderbreking) en het tijdstip waarop hij een onderbreking of rustperiode neemt. Deze periode kan continu of gefragmenteerd zijn.

De rijperiode mag niet meer dan vier en een half uur bedragen. Na vier en een half uur moet de bestuurder een aaneengesloten onderbreking van ten minste 45 minuten nemen. Tijdens de rijonderbrekingen mag de bestuurder niet rijden of andere beroepstaken verrichten. Deze periode is alleen bedoeld om uit te rusten.

De aaneengesloten onderbreking kan ook worden vervangen door een pauze van ten minste 15 minuten, gevolgd door een pauze van ten minste 30 minuten. De twee pauzes moeten zodanig worden afgewisseld dat na een rijtijd van vier en een half uur een pauze van ten minste 45 minuten in acht wordt genomen.

Contact

Contact Fields

FOD Mobiliteit en Vervoer
Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid
Directie Wegvervoer en Verkeersveiligheid
Vooruitgangstraat 56
1210 Brussel

E-mail : info@mobilit.fgov.be