De liberalisering van de spoorwegmarkten

Changed
09/05/2025

Sinds 2001 zijn er op Europees niveau vier spoorwegpakketten aangenomen om de spoorwegsector open te stellen voor concurrentie en de geldende regels te harmoniseren. De doelstelling van dit Europese beleid is één Europese spoorwegruimte te creëren.

Het doel van deze hervormingen was verschillende segmenten van de spoorwegmarkt geleidelijk open te stellen voor concurrentie. Het 4 spoorwegpakket, dat dateert uit 2016, verankert het einde van het monopolie van de gevestigde bedrijven met de openstelling van het nationale reizigersvervoer voor concurrentie, zowel in openbaredienstcontracten als in vrije toegang tot het net (open access).

Wijzen voor de openstelling voor concurrentie

Er zijn dus twee belangrijke complementaire wijzen voor de openstelling voor concurrentie:

  • Openstelling voor concurrentie voor de markt, of  openbaredienstcontract (ODC): in dit model worden spoordiensten gecontracteerd door een openbare instantie zoals de Belgische staat om openbare spoordiensten te leveren. De overheid gunt deze contracten via een overheidsopdracht of, in uitzonderlijke gevallen, door onderhandse gunning. Het contract bepaalt de dienstverplichtingen en financiële compensatie voor de overheidsinstantie of de operator en/of een exclusief recht voor de aangewezen operator.
  • Openstelling voor concurrentie op de markt, of vrije toegang tot de markt (open access): in dit model nemen spoorwegondernemingen het initiatief om spoordiensten aan te bieden op commerciële basis (zonder subsidie) en zonder orders, contracten of openbare aanbesteding georganiseerd door de overheid. Dit betekent dat verschillende operatoren kunnen concurreren op dezelfde spoorwegroutes en -infrastructuur binnen de grenzen van de capaciteit van het net.

Het is niet nodig om een van de twee wijzen te kiezen, want beide kunnen naast elkaar bestaan in hetzelfde systeem.  

Tijdschema van de openstelling voor concurrentie

De openstelling voor concurrentie verliep naargelang de marktsegmenten volgens een gedifferentieerd tijdschema:

  • Sinds 2006: Goederenvervoer (nationaal en internationaal)
  • Sinds 2010: Internationaal reizigersvervoer
  • Sinds 2019: Nationaal reizigersvervoer
    • 2009-2019: Geleidelijke openstelling van de markt voor openbaredienstcontracten
    • 2019: Openstelling voor concurrentie via open access voor binnenlands verkeer
    • December 2023: Einde van de overgangsperiode voor de onderhandse gunning van openbaredienstcontracten op basis van artikel 5, lid 6, van Verordening nr. 1370/2007.   

Toekomstperspectieven en overgang

Het huidige openbaredienstcontract tussen de Belgische staat en de NMBS, dat loopt van 2023 tot 2032, is dus het laatste contract dat nog in het kader van deze overgangsperiode past. De komende jaren zal het Belgische spoorbeleid zich moeten aanpassen aan de Europese eisen voor nationaal personenvervoer.

Dit betekent dat België ofwel het algemene principe van openbare aanbesteding via overheidsopdrachten zal moeten toepassen, ofwel zal moeten voldoen aan de voorwaarden die toelaten om in uitzonderlijke gevallen gebruik te maken van onderhandse gunning (zie ook pagina 5 van de studie "Een horizon voor het spoor").  

Een aantal studies en beslissingen hebben de weg geëffend voor deze overgang:

  • 2019: De studie "Een horizon voor het spoor" analyseert de opties en modaliteiten voor de implementatie van het 4 spoorwegpakket.
  • Eind 2023: Het openbaredienstcontract werd onderhands gegund (voor de laatste keer in deze vorm) aan de NMBS voor een periode van tien jaar. 
  • 2024: In een voorbereidende studie worden de modaliteiten geanalyseerd van "pilootprojecten" voor de openstelling voor concurrentie vóór het einde van het huidige openbaredienstcontract.

 Nuttige documenten:

 Nuttige wetgeving: