Praktische uitvoering: niet-conventionele schepen
Praktische uitvoering van het inspectiebeleid voor de niet-conventionele schepen
Schepen
De niet-conventionele schepen bestaan uit pontons en schepen met een brutotonnenmaat van
minder dan 500 die onder Belgische vlag varen, met uitzondering van vissersvaartuigen en
pleziervaartuigen.
Deze schepen moeten voldoen aan de regels die door de Belgische Scheepvaartcontrole zijn
vastgesteld op grond van de internationale, Europese en nationale wetgeving, in het bijzonder het
koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende het zeevaartinspectiereglement, zoals gewijzigd.
Door de grote verscheidenheid aan pontons worden deze geval per geval aan deze wetgeving
getoetst.
Hieronder wordt het inspectiebeleid besproken van schepen met een brutotonnenmaat van minder
dan 500 die onder Belgische vlag varen, met uitzondering van pontons zonder
voortstuwingsmechanisme.
IACS 99 en Belgische specifieke vereisten
De hierboven vermelde schepen, moeten voldoen aan aanbeveling nummer 99 uitgegeven door de
internationale vereniging van classificatiebureaus (IACS 99). Deze "Recommendations for the safety
of cargo vessels of less than convention size" worden aangevuld (of vervangen waar expliciet
vermeld) door de Belgische specifieke vereisten en interpretaties zoals uiteengezet in het document
"IACS 99 - Belgian specific requirements and interpretations".
De inhoudsopgave van beide documenten is identiek tot hoofdstuk 9 waar bijkomende verplichte
Belgische eisen worden opgesomd.
Inspectiebeleid
De Scheepvaartcontrole ziet erop toe dat de wettelijke eisen betreffende de inspectie en de controle
van zeeschepen en de afgifte van wettelijk voorgeschreven certificaten naar behoren worden
nageleefd.
Deze schepen worden jaarlijks geïnspecteerd. Het onderzoek aan boord richt zich vooral op de
vrijwaring van het milieu en op de veiligheid van de bemanning en het schip. De reder dient voor elke
inspectie de Scheepvaartcontrole uit te nodigen. Als deze schepen in België, Nederland of Frankrijk
liggen, gebeurt de inspectie door de Scheepvaartcontrole. Elk schip wordt in een periode van vijf jaar
minstens twee keer door de Scheepvaartcontrole zelf geïnspecteerd, ongeacht de ligging. De
Scheepvaartcontrole kan beslissen delegatie te geven aan een door België geautoriseerde erkende
organisatie.
Sinds 1 april 2020 inspecteert de Scheepvaartcontrole deze schepen op de vereisten van IACS 99 en
de daarbij horende Belgische specifieke vereisten en interpretaties.
In het geval dat een inspectie door een erkende organisatie wordt uitgevoerd, dient uit het
inspectierapport of inspectieverslag van de erkende organisatie duidelijk te blijken dat deze inspectie
ook op de Belgische specifieke vereisten en interpretaties is gebaseerd.
Certificaat van deugdelijkheid
Een certificaat van deugdelijkheid of CVD is een document dat na een technisch onderzoek van het
vaartuig wordt afgegeven door de Scheepvaartcontrole als het schip in staat van veiligheid is. Het
certificaat stelt vast dat het schip in alle delen beantwoordt aan de internationale, Europese en
nationale wetgeving die op het schip van toepassing zijn en dus in het bezit is van alle vereiste
internationale en nationale certificaten.
De geldigheidsduur van het CVD bedraagt één jaar voor deze schepen. Het CVD verliest zijn
geldigheid als de geldigheidsduur is verstreken, als één of meer vereiste (inter-)nationale certificaten
niet meer geldig zijn of als wordt vastgesteld dat het schip niet meer in staat van veiligheid is.
Certificaat van vrijstelling
Soms is het niet mogelijk voor een schip om aan een bepaalde wettelijke vereiste te voldoen. Dan
dient een verzoek tot vrijstelling te worden ingediend. Zo’n verzoek wordt aan de
Scheepvaartcontrole gericht en dient te worden gemotiveerd.
Na ontvangst worden verzoeken geval per geval onderzocht. Als de vrijstelling gegrond is en geen
gevaar betekent voor schip, bemanning of milieu, kan dit worden toegestaan. Dit wordt in een
officieel attest, een certificaat van vrijstelling, bevestigd. Op het certificaat van deugdelijkheid wordt
naar dit certificaat van vrijstelling verwezen.
Nieuwbouwprocedure en invlagging
Wie een nieuw schip wil bouwen, kan de nieuwbouwprocedure bij de Scheepvaartcontrole opvragen.
Er wordt gevraagd de beschikbare plannen, certificaten en berekeningen door te sturen als deze al
ter beschikking zijn.
Wie een bestaand schip in België wenst te registeren, dient tijdig contact op te nemen met de
Scheepvaartcontrole. Er wordt gevraagd een kopie van de certificaten uitgegeven door de huidige
vlag en de classificatiemaatschappij, alsook de plannen van het schip door te sturen. Ook recente
rapporten en verslagen van inspecties en audits door de huidige vlag, de classificatiemaatschappij
en/of havenstaatcontrole die voor de registratie van nut kunnen zijn, dienen te worden
doorgestuurd.
Indien het schip meer dan 15 jaar oud is (de datum van de kiellegging is de referentie), gaat er altijd
een onderzoek vooraf aan de registratie. Het doel van dit onderzoek is de structuur van het schip te
onderzoeken terwijl het schip in het droogdok ligt.
Contact: Ship.Belflag@mobilit.fgov.be
Om een schip onder Belgische vlag te kunnen registreren en een certificaat van registratie te
verkrijgen, moet het schip een reële band met België hebben. Gelieve contact op te nemen met het
Belgisch Scheepsregister om na te gaan of aan deze vereiste is voldaan.
Contact
Voor het opsturen van plannen:
Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
Scheepvaartcontrole – Vlaggenstaat
Natiënkaai 5
8400 Oostende
Contact
Bij voorkeur via e-mail: Ship.Belflag@mobilit.fgov.be
Telefonisch: + 32 (0)2 277 42 50 (secretariaat Vlaggenstaat)