Ballastwater
Schepen bevatten ruimen of tanks die bedoeld zijn voor cargo of lading. Naarmate een schip verschillende havens aandoet, komen deze ruimen en tanks een voor een leeg te staan omdat de lading gelost wordt. Hierdoor kan er een ongelijke verdeling van de resterende lading ontstaan, met onvoldoende diepgang of instabiliteit van het schip als gevolg. Om het schip terug voldoende diepgang te geven en in evenwicht te brengen, moet in bepaalde tanks water bijgevoegd worden. Het zeewater dat hiervoor opgenomen wordt, heet ‘ballastwater’.
Het ballastwaterverdrag
In het ballastwaterverdrag staan de specifieke richtlijnen en eisen waaraan alle zeegaande vaartuigen moeten voldoen. Het verdrag wil voorkomen dat invasieve diersoorten (bijv. de Chinese wolhandkrab) zich via lozingen van ballastwater verspreiden.
Voor welke schepen geldt het verdrag?
Er wordt geen onderscheid gemaakt op vlak van type vaartuig, het gebruik of de uitbating. Alle zeegaande vaartuigen zijn aan het verdrag onderworpen, dus ook vissersvaartuigen, pontons en pleziervaartuigen.
Op sommige vaartuigen is het verdrag niet van toepassing:
-
vaartuigen die geen internationale reizen maken
-
vaartuigen die niet zijn uitgerust met tanks voor ballastwater
-
marineschepen en overheidsvaartuigen
-
vaartuigen met ballastwater in verzegelde tanks
Wat staat er in het verdrag?
Het verdrag (dat van kracht ging op 8 september 2017) stelt dat alle zeeschepen hun ballastwater en de sedimenten moeten beheren volgens een bepaalde standaard. Deze standaard wordt in verschillende fasen ingevoerd.
Uiterlijk tegen 2024 (voor de laatste schepen die de overgang moeten maken) moet het geloosde ballastwater voldoen aan strenge lozingsnormen. Dit kan door het installeren van een ballastwaterbehandelingssysteem. In tussentijd moeten schepen hun ballastwater uitwisselen in het midden van de zee of oceaan.
Uitwisseling en behandeling van ballastwater
Ballast water exchange
Omdat ballastwater verschillende organismen uit de zee bevat, moet het vervangen worden door zuiver water. Dit heet ‘ballast water exchange’ en wordt gedaan op de hoge zee (tweehonderd zeemijl voor de kust op tweehonderd meter diepte) waarbij er wordt van uitgegaan dat het zuiver water is zonder actieve organismen. Daarom wordt het ballastwater dat in een bepaalde haven werd opgenomen, op de hoge zee uitgewisseld.
Deze methode van uitwisseling is enkel toegestaan in de beginfase van het ballastwaterverdrag. Eens een schip moet voldoen aan de strenge lozingsnorm kan de methode van uitwisseling enkel nog in uitzonderlijke gevallen worden toegelaten (bijv. bij een defect aan het ballastwaterbehandelingssysteem). In dat geval moet een schip toestemming vragen aan de kuststaat (waar het ballastwater in het water zal geloosd worden) en de vlaggenstaat van het schip.
Ballast water treatment
Als een schip uiteindelijk een ballastwaterbehandelingssysteem heeft, kan het ballastwater zelf behandelt worden. Hierbij worden zowel bij het opnemen als het wegpompen van het water de organismen gedood via bepaalde behandelingssystemen zoals UV-stralen of een chemische behandeling.
Ballastwater certificaten en havenstaatinspecties
Vaartuigen (waarop het Ballastwaterverdrag van toepassing is) moeten voorzien zijn van:
-
een ballastwatercertificaat
-
bijhorende documenten (zoals een ballastwater beheersplan en een ballast water record book)
Wie reikt certificaten uit?
Classificatiemaatschappijen met een Belgische erkenning reiken de certificaten uit voor schepen die varen onder Belgische vlag.
Enkele voorbeelden van classificatiemaatschappijen:
Hoe verloopt de controle?
De dienst havenstaatcontrole gaat aan boord van de schepen onder vreemde vlag in Belgische havens. Deze gaat na of de verplichtingen van het ballastwaterverdrag worden nageleefd. Meer bepaald gaat het om
-
een controle van de certificaten
-
de registraties van de ballastoperaties in het ballast water record book
-
de correcte werking van het ballastwaterbehandelingssysteem