Praktijktestcentrum
-
Om een beperkt of algemeen stuurbrevet, een brevet yachtman of een radarbrevet te halen, moeten kandidaten ook een praktijktest afleggen bij een erkend praktijktestcentrum. Het centrum moet een erkenning aanvragen bij de FOD Mobiliteit en Vervoer om de praktijktesten te mogen organiseren.
Wat zijn de voorwaarden om een erkenning aan te vragen?
Uw praktijktestcentrum moet voor een erkenning aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Het praktijktestcentrum moet beschikken over minstens één vestiging in België.
- Die vestiging in België beschikt over minstens één pleziervaartuig met een romplengte van meer dan zes meter dat een geldig certificaat van deugdelijkheid heeft.
- Het praktijktestcentrum heeft een KBO nummer van een rechtspersoon.
- De examinatoren zijn aangesteld door het praktijktestcentrum en werken onder volledige verantwoordelijkheid van het praktijktestcentrum.
Hoe kan ik een erkenning aanvragen?
-
-
Vul het aanvraagformulier in.
Download het formulier ‘Aanvraagformulier erkenning praktijktestcentrum’. Vul het formulier in en stuur het op naar testcentre.yachting@mobilit.fgov.be
-
Voeg de nodige documenten toe.
Dien voor de erkenning een dossier in bij het DG Scheepvaart. Het dossier moet volgende documenten bevatten:
- het KBO-nummer
- gegevens over de pleziervaartuigen zoals romplengte en certificaat van deugdelijkheid
- lijst van examinatoren in het centrum voor de praktijktesten
- beschrijving van de administratieve procedures
- beschrijving van de organisatie van de praktijkexamens
- overzicht van de vaarbevoegdheidsbewijzen pleziervaart waarvoor u een praktijktest wilt organiseren als erkend praktijktestcentrum
Opgelet: er geldt een onderscheid tussen vaarbevoegdheidsbewijzen voor varen met een motorjacht (M) of varen met een zeiljacht (MS)
- beschrijving van de verwerking van persoonsgegevens waarbij rekening wordt gehouden met de rechten en fundamentele vrijheden van de betrokkene
- beschrijving van een onafhankelijke beroepsprocedure
-
-
De administratie voert een eerste audit uit om na te gaan of aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden is voldaan. Op basis van de deze eerste audit kan de administratie maatregelen voorstellen om eventuele tekortkomingen weg te werken. Na de erkenning volgt een jaarlijkse audit om na te gaan of alle wettelijke en reglementaire voorwaarden nog steeds worden gerespecteerd, eventueel terug met voorstellen om tekortkomingen weg te werken.
Als het praktijktestcentrum deze voorstellen niet toepast binnen een redelijke termijn, kan een advies overgemaakt worden door de administratie aan de minister om de erkenning van het betrokken praktijktestcentrum te schorsen of in te trekken.
Opgelet: als er sprake is van een ernstige inbreuk waarbij de veiligheid van de examinator of kandidaat in het gedrang komt, kan de minister de activiteiten onmiddellijk schorsen.
Bij een positieve audit geeft de administratie een advies aan de minister over een eventuele erkenning.
De erkenning wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad met vermelding van volgende gegevens:
- erkenningsnummer
- identificatiegegevens
- lijst van vaarbevoegdheidsbewijzen waarvoor het praktijktestcentrum is erkend
Bekijk hier de toelichting bij de aanvraagprocedure.
Wat zijn de verantwoordelijkheden van het praktijktestcentrum?
Het praktijktestcentrum moet ervoor zorgen dat:
- de praktijkexamens en examinatoren voldoen aan de wettelijke voorwaarden.
- de administratieve procedures gevolgd worden zoals beschreven bij ‘Hoe kan ik een erkenning aanvragen?’
- de examens georganiseerd worden zoals beschreven bij ‘Hoe kan ik een erkenning aanvragen?
Een praktisch examen is pas geldig als het afgenomen is op een vaartuig dat aan bepaalde voorwaarden voldoet:
- Dit vaartuig moet een gemotoriseerd pleziervaartuig zijn dat geregistreerd is voor bedrijfs- en beroepsmatige gebruik en in het bezit is van een geldig certificaat van deugdelijkheid.
- Het vaartuig heeft een romplengte van minimaal 6 meter.
- Eventueel kan een praktisch examen afgelegd worden met een gemotoriseerd pleziervaartuig waar de kandidaat die het examen aflegt een juridische band mee heeft.
Wat zijn de voorwaarden om examinator te zijn?
De examinator beschikt minstens over het vaarbevoegdheidsbewijs waarvoor hij of zij als examinator optreedt.
Verder geldt bij het afleggen van een praktijkexamen in de territoriale zee en de exclusieve economische zone (EEZ) dat de examinator:
- minstens in het bezit is van een brevet yachtnavigator of
- minstens een brevet yachtman heeft
- Daarnaast moet u (bij een brevet yachtman) ook aan deze bijkomende voorwaarden voldoen:
- U moet iedere vijf jaar de opleiding ‘Basis overlevingstechnieken op zee’ volgen.
Opgelet: u moet de opleiding voor de eerste keer volgen op uiterlijk 31 december 2025. - U moet beschikken over een geldig medisch attest dat maximum één jaar oud is.
- U moet iedere vijf jaar kunnen bewijzen dat u ervaring hebt door een voldoende aantal mijl (zevenhonderdvijftig zeemijlen voor yachtman MS) of uren (tweehonderd vaaruren voor yachtman M) af te leggen. U kunt ook een praktijkexamen voor het brevet yachtman opnieuw succesvol afleggen.
Opgelet: tot 31 december 2026 kunt u de nodige ervaring bewijzen met alle nuttige informatie. De houder van het brevet yachtman moet verklaren dat de nodige ervaring werd opgedaan.
- U moet iedere vijf jaar de opleiding ‘Basis overlevingstechnieken op zee’ volgen.
Welke ervaring moet ik als examinator hebben?
U moet als examinator over een minimum aan recente ervaring als volgt:
- bij het afnemen van het examen beperkt stuurbrevet en aanvulling algemeen stuurbrevet (M): honderd vaaruren gedurende de laatste drie jaar
- bij het afnemen van het examen beperkt stuurbrevet en aanvulling algemeen stuurbrevet (MS): zeshonderd zeemijlen gedurende de laatste drie jaar
- bij het afnemen van het examen aanvulling yachtman (M): vierhonderd vaaruren gedurende de laatste vijf jaar
- bij het afnemen van het examen aanvulling yachtman (MS): duizendvijfhonderd zeemijlen gedurende de laatste vijf jaar
- bij het afnemen van het examen radarbrevet: honderd vaaruren gedurende de laatste drie jaar
Deze ervaring moet u bewijzen met het logboek dat beschikbaar moet zijn voor de administratie. De inhoud van het logboek wordt vastgesteld door de minister.
Er is een overgangsperiode:
- tot 31 december 2024 voor beperkt stuurbrevet, algemeen stuurbrevet en radarbrevet:
- De nodige ervaring kan bewezen worden door alle nuttige informatie.
- De examinator moet verklaren dat aan deze ervaringsvereisten voldaan wordt.
- tot 31 december 2026 voor yachtman:
- De nodige ervaring kan bewezen worden door alle nuttige informatie.
- De examinator moet verklaren dat aan deze ervaringsvereisten voldaan wordt.
Het examen - praktisch
De eindtermen moeten verwerkt zijn in de examinering.
Er zijn tevens onmiddellijke stoppers voor het examen:
- Beperkt stuurbrevet en algemeen stuurbrevet (M)
- Rekening houden met de voorrangsregels en correct reageren
- Dodemanskoord gebruiken indien aanwezig
- Te allen tijde de volledige controle bewaren over het vaartuig
- Een man overboord in recupereerbare positie brengen
- Extra voor beperkt stuurbrevet en algemeen stuurbrevet (MS)
- Reven of het zeiloppervlak verkleinen
- Efficiënt zeilen van een driehoekig parkoers met minimum één indewinds rak en met de correcte zeilstand (aan de wind, halfwinds, ruime wind, voor de wind, gijpen, overstag gaan)
- Aanvulling voor brevet yachtman (M of MS)
- Algemene veiligheid / veiligheidsbriefing
- Man-over-boord manoeuvre
- Respecteren van voorrangsregels
- Nachtvaart
- Vaarplan opstellen (vóór vertrek)
Waar kan het examen georganiseerd worden en wat is de minimale duurtijd:
- Beperkt stuurbrevet (M of MS), algemeen stuurbrevet (M of MS)
- 1 uur per persoon
- In de Belgische wateren en EEZ
- Aanvulling voor brevet yachtman (M)
- 6 uren per persoon
- Minstens 3 uren tussen zonsondergang en zonsopgang
- Minimaal 1 keer doorkruisen van het verkeersscheidingsstelsel
- Minimaal 1 keer het aanlopen van een Belgische haven
- Minimaal 1 keer het aan- en afmeren in een Belgische haven
- Aanvulling voor brevet yachtman (MS)
- 10 uren per persoon
- Minstens 3 uren tussen zonsondergang en zonsopgang
- Minimaal 1 keer doorkruisen van het verkeersscheidingsstelsel
- Minimaal 1 keer het aanlopen van een Belgische haven
- Minimaal 1 keer het aan- en afmeren in een Belgische haven
- Radarbrevet
- 30 minuten per persoon
- Op alle met de zee verbonden binnenwateren (inclusief de Beneden-Zeeschelde) en/of in de havens van de kust (zones 1, 2 of 3)
Tijdens het praktisch examen mogen meerdere kandidaten aan boord zijn. De minimale duurtijd per persoon moet dan vermenigvuldigd worden met het aantal kandidaten aan boord om een correcte duurtijd van de praktijktest te bekomen.
Het traject van permanente evaluatie – praktisch
De praktijktest kan ook worden ingevuld door een traject van permanente evaluatie (de kandidaat wordt gedurende langere tijd gevolgd) onder volgende voorwaarden:
- Traject is opgezet door een praktijktestcentrum.
- De verschillende kennisonderdelen die getest moeten worden in een praktisch examen worden op verschillende momenten tijdens het traject getest.
- Minstens 1 tocht van 10 uur ondernemen indien 1 kandidaat deelneemt aan dit onderdeel van de permanente evaluatie.
- Minstens 1 tocht van 12 uur ondernemen indien 2, 3 of 4 kandidaten deelnemen aan dit onderdeel van de permanente evaluatie.