- Weg
- Luchtvaart
Twee controles voor de tijd van één: de dienst Luchtvaartbeveiliging en de dienst Wegcontrole doen het samen
De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft een waaier aan bevoegdheden die zeer uiteenlopend, maar ook verwant zijn. Aangezien we vervoerders zowel voor de beveiliging van de luchtvaart, als in het kader van het toezicht op het wegverkeer controleren, doen de dienst Luchtvaartbeveiliging en de dienst Wegcontrole dat voortaan samen.
Een onmiddellijke meerwaarde voor onze FOD, maar het is vooral de sector die tijd wint
Het Directoraat-generaal Luchtvaart is verantwoordelijk voor de luchtveiligheid van de 35 miljoen passagiers en 1.430.450 ton vracht die jaarlijks via onze luchthavens circuleren. Daarom verzekert de dienst Luchtvaartbeveiliging onder andere de beveiliging van de toeleveringsketen door te controleren of de cargo goed verzegeld is en of de chauffeur een opleiding beveiligingsbewustzijn heeft gevolgd.
De Directie Wegvervoer en Verkeersveiligheid ziet toe op het respecteren van de voorschriften voor de rijtijden, de onderbrekingen en de rusttijden van bestuurders. Dat is uiteraard belangrijk voor de verkeersveiligheid, maar het is ook nodig voor het ondersteunen van eerlijke concurrentie binnen de wegvervoersector en om de werkomstandigheden van de chauffeurs te verbeteren.
Voortaan doen ze dus meerdere keren per jaar gezamenlijke acties waarbij deze controles tegelijk worden uitgevoerd.
Erwin Hermans, diensthoofd Luchtvaartbeveiliging: “Zo’n gezamenlijke operatie geeft collega’s die normaal niet in contact komen de kans om mekaar aan het werk te zien, ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Er zijn dus onmiddellijke voordelen, maar de kans is ook groot dat er nog bijkomende synergiën ontstaan.”
Carine Vanhese, diensthoofd Wegcontrole: “Omdat we de vervoerders die goederen aanleveren op de luchthaven samen controleren, moeten we een vrachtwagen geen 2 keer van de weg te halen en kunnen we tegelijkertijd mensen en materiaal optimaal inzetten. De meerwaarde voor onze FOD was onmiddellijk duidelijk, maar het is uiteindelijk vooral de sector die tijd wint.”