Scheepvaart

Circulaire aanpak voor end-of-life pleziervaartuigen

Hebt u ook al eens een afgedankte boot aan de oever gevonden? Tal van pleziervaartuigen hebben hun end-of-life bereikt en worden achtergelaten, in de natuur, langs de waterwegen, op verlaten terreinen of simpelweg in de tuin van de eigenaar omdat hij niet weet waar naartoe met het vaartuig of het moeilijk vindt om er afstand van te doen. Dit heeft een impact op de veiligheid van de waterwegen, op de ecosystemen en is bovendien ook visueel verstorend. Daar wil het DG Scheepvaart (DGS) iets aan doen. Op voorstel van de Minister van Mobiliteit, Georges Gilkinet, huurden we externe kennis in over circulaire economie en combineerden dit met onze eigen expertise in pleziervaart. Met een voorstudie over circulaire economie voor pleziervaartuigen zetten we een eerste stap richting recycleren en vermijden van achtergelaten vaartuigen.

In België zijn er 93.000 geregistreerde pleziervaartuigen. Naar schatting hebben zo’n 10.000 vaartuigen hun end-of-life bereikt. De meeste vaartuigen dateren uit de jaren 70 en 80 en hebben een veertigtal jaar op onze wateren gevaren. Van die afgedankte vaartuigen zijn ruim 75 procent gemaakt van polyester, wat een bijkomende uitdaging vormt naar recyclage toe.

Uitdagingen

Uit de voorstudie blijkt dat er nog heel wat technische en juridische obstakels zijn. Afgedankte pleziervaartuigen recycleren is technisch complex.  Door de verschillende materialen is de ontmanteling van een pleziervaartuig moeilijk en tijdrovend. Er kunnen bijvoorbeeld verf- of olieresten achtergebleven zijn op de romp. Het overgebleven polyester is van mindere kwaliteit waardoor de toepassingen voor hergebruik momenteel nog beperkt zijn.

Ook op juridisch vlak moeten een aantal zaken uitgeklaard worden, bijvoorbeeld in geval de eigenaar van een achtergelaten vaartuig niet meer kan achterhaald worden.

Rondetafels

België heeft heel wat know-how in huis, zowel wat betreft pleziervaart als wat betreft afvalverwerking. Het DGS bracht vertegenwoordigers samen uit deze sectoren in twee rondetafel gesprekken. Deze focusten op de technische aspecten enerzijds en systemische aspecten anderzijds. Het DGS deed een beroep op de consultants van Igneos om deze rondetafels in goede banen te leiden en de nodige expertise omtrent circulaire economie in te brengen.

Zwerfvuil en circulaire economie zijn zeer actuele thema’s, ook in andere sectoren. Het DGS stemt dan ook nauw af met de betrokken overheidsdiensten voor de opvolging van het Federaal Actieplan Mariene Zwerfvuil en Federaal Actieplan Circulaire Economie. Zo kan ook gezocht worden naar synergiën met andere sectoren, zoals bvb de recyclage van end-of-life windmolens, waarbij eveneens polyester dient gerecycleerd worden.

Volgende stappen

Zoals aanbevolen door de voorstudie zal het DGS het bestaande juridische kader rond pleziervaart en waterwegen alsook afvalverwerking in kaart brengen. Vervolgens zal gekeken worden welke wijzigingen nodig zijn om de problematiek van achtergelaten vaartuigen aan te pakken en uiteindelijk tot een circulaire economie van de pleziervaart te komen.

Dit zal gebeuren in nauwe samenwerking met andere overheidsdiensten en de stakeholders. Een roadmap die de volgende stappen uitzet zal afgestemd worden met de EU-partners.

Georges Gilkinet, minister van Mobiliteit : " Afgedankte plezierboten mogen onze rivieren niet vervuilen. Het was dan ook hoog tijd om na te denken over hoe we ze kunnen recycleren. De studie die ik aan de FOD Mobiliteit heb besteld, geeft duidelijke beleidslijnen aan waarmee we de juiste beslissingen kunnen nemen. Voor de toekomst zullen we met de steun van experten en in overleg met de sector werk maken van een echte kringloopeconomie rond de pleziervaart. Naast de uitdagingen op vlak van milieu en veiligheid waarmee we dringend rekening moeten houden, zijn er ook economische kansen die ik wil aangrijpen om duurzame pleziervaart te ontwikkelen in de toekomst. En dankzij deze maatregelen zal de pleziervaart nog nauwer aansluiten met zijn natuurlijke biotoop en een onmisbaar element, het water van onze rivieren!”

Vincent Van Quickenborne, minister van Noordzee: Ondanks de coronacrisis bleef het aantal pleziervaarders op onze Noordzee de voorbije jaren gestaag groeien. Net zoals ons land een pionier is in de groene technologie van offshore wind, drijvende zonnepanelen en autonome vaartuigen, kunnen we even innovatieve manieren vinden om met de recyclage van afgedankte bootjes om te gaan. Met deze voorstudie moeten we samen met collega Gilkinet erin slagen om onze vaartuigen te recycleren en vermijden dat ze worden achtergelaten. Ik weet dat we daarbij op de positieve inbreng van pleziervaarders kunnen rekenen. Pleziervaart mag dan niet de grootste bron van zwerfvuil op zee zijn, toch hebben pleziervaarders belang bij de bescherming van het milieu. Dit doen ze nu trouwens al met het Blue Flag-initiatief, een van 's werelds meest erkende vrijwillige onderscheidingen voor stranden, jachthavens en exploitanten van duurzame vaarvakanties.”

 

Voorstudie van de invoering van een circulaire economie voor pleziervaartuigen