Voorrechten
-
Met voorrechten binnen je klasse op je ULM-vergunning mag je extra bevoegdheden uitoefenen. Deze voorrechten variëren per klasse.
Welke voorrechten kan ik bekomen binnen een klasse?
Binnen elke klasse van ULM kan de piloot een aantal voorrechten bekomen.
Let op, enkel binnen de klasse ULH moet voor elk type ultralichte helikopter een specifiek voorrecht bekomen worden.
-
-
Overzicht voorrechten
ULA
ULH
DPM
Autogiro
2-assige besturing
Vliegen met passagier
Drijvers of amfibie
Automatische piloot
3-assige besturing
Slepen van zweefvliegtuigen
Drijvers
Automatische piloot
Vliegen met passagier
Variabele spoed
Drijvers of amfibie
Vliegen met passagier
Intrekbaar landingsgestel
Staartwiel
Slepen van zweefvliegtuigen
Variabele spoed
Vliegen met passagiers
-
-
Hoe een voorrecht aanvragen?
Om een voorrecht te bekomen volg je een opleiding bij een instructeur die ook over dit voorrecht beschikt. De instructeur bepaalt de opleiding en omvat minimaal het verwerven van bijkomende kennis en een vliegopleiding.
Let op; bij het bekomen van voorrechten voor het slepen van zweefvliegtuigen zijn er specifieke bepalingen opgenomen. Zie verder.
Het verkregen voorrecht wordt in het vliegboek genoteerd door de instructeur.
Hoe verleng ik een voorrecht?
Het voorrecht wordt samen met de klassebevoegdheid door de instructeur in het vliegboek verlengd.
Om het voorrecht te verlengen moet je kunnen aantonen via het vliegboek dat het voorrecht in de afgelopen 24 maanden minimaal 6u werd toegepast.
Wat zijn de specifieke bepalingen om het voorrecht om zweefvliegtuigen te slepen uit te oefenen?
In het bezit zijn van een ULM-vergunning (ULA of DPM) en minimaal 30 uur vliegervaring als gezagvoerder binnen de ULM-klasse waarvoor het voorrecht wordt aangevraagd. Van deze 30 uur moet minstens 5 uur vliegervaring worden aangetoond op het type ULM dat gebruikt zal worden voor slepen.
Een theoretische opleiding volgen bij een instructeur die houder is van het voorrecht voor het slepen van zweefvliegtuigen.
Een praktische opleiding voltooien bij een instructeur die houder is van het voorrecht voor het slepen van zweefvliegtuigen. De praktische opleiding omvat een minimum van 10 sleepstarts waarvan er minimum 5 gebeuren samen met de instructeur in een toestel met dubbelbesturing.