Balloons Operations (BOP)
Algemeen
Sinds 8 april 2019 is de Verordening (EU) 2018/395 van de Commissie van 13 maart 2018 tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vluchtuitvoeringen met ballonnen en voor bewijzen van bevoegdheid voor de bemanning van ballonnen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van toepassing op vluchtuitvoeringen met luchtballonnen.
Wat is een “ballon” ?
Een bemand luchtvaartuig dat lichter is dan lucht, niet door een motor wordt aangedreven en in de lucht blijft door middel van gas dat lichter is dan lucht of een brander waarmee de lucht wordt verhit, m.i.v. gasballonnen, heteluchtballonnen, gas-luchtballonnen en, motoraangedreven, luchtschepen met hete lucht (= Artikel 2(1) van Verordening).
De Verordening (EU) 2018/395 is niet van toepassing op luchtvaartactiviteiten uitgevoerd met:
- verankerde gasballonnen (= gasballonnen met een verankeringssysteem waarmee de ballon tijdens de vluchtuitvoering permanent aan een vast punt verankerd blijft);
- ballonnen zoals bedoelt in bijlage I van Verordening (EU) 2018/1139.
Op welke luchtvaartactiviteiten is Verordening (EU) 2018/395 van toepassing ?
ELKE luchtvaartactiviteit, al dan niet met een commercieel doeleinde, met een ballon:
- hetzij geregistreerd in een EASA-lidstaat of een Lidstaat waar de Verordeningen van de Europese Commissie op luchtvaartactiviteiten van toepassing zijn (EASA-lidstaat); of
- hetzij geregistreerd in een derde land én gebruikt worden door een exploitant waarvan het toezicht op de vluchtuitvoeringen wordt uitgevoerd door een EASA-lidstaat, binnen of buiten de Gemeenschap door een exploitant gevestigd of verblijvend binnen een EASA-lidstaat.
Wat moet verstaan worden onder “exploitant” ?
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die een of meerdere ballonnen exploiteert of voornemens is te exploiteren.
Degene op wie deze regelgeving van toepassing is:
- alle commerciële exploitanten; maar eveneens
- alle piloten die gebruik maken van een ballon voor niet-commerciële doeleinden.
Waar de regelgeving terugvinden ?
De gehele Verordening is beschikbaar op de website van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA), op het adres: https://www.easa.europa.eu/regulations (klik op het tabblad “Balloons – Air operations”).
Teneinde de toepassing van de regelgeving te vergemakkelijken, heeft EASA de “Aanvaardbare wijzen van naleving” (“Acceptable Means of Conformity” = AMC) en de “Guidance Material” (=GM) opgesteld. Met het geheel van de AMC en GM dient dan ook rekening gehouden te worden.
De geconsolideerde versie van het geheel van de documenten vindt u terug op de website van EASA, onder het tabblad: Balloon Rule Book – Easy Access Rules
https://www.easa.europa.eu/sites/default/files/dfu/Balloon%20Rule%20Book.pdf
De vereisten die op de vluchtuitvoeringen van toepassing zijn
De toepasselijke vereisten zijn gedefinieerd in bijlage II van Verordening (EU) 2018/395.
Deze bijlage II (= Deel-BOP) is verdeeld in twee subdelen (= subpart):
- Subdeel BAS, de operationele basisvoorschriften: deze dienen gerespecteerd te worden door ALLE exploitanten van ballonnen, commercieel en niet-commercieel;
- Subdeel ADD, de aanvullende voorschriften voor commerciële vluchtuitvoeringen: deze voorschriften zijn enkel van toepassing op exploitanten betrokken zijn bij commerciële vluchtuitvoeringen met ballonnen.
Wat dient begrepen te worden onder “commerciële vluchtuitvoering” ?
Dit betreft elke vluchtuitvoering met een ballon, tegen vergoeding of andere beloning, die toegankelijk is voor het publiek of, wanneer deze niet voor het publiek toegankelijk is, die wordt verricht krachtens een overeenkomst tussen een exploitant en een klant, waarbij de klant geen zeggenschap over de exploitant uitoefent (Artikel 2(7bis) van Verordening (EU) 2018/395).
Afwijkingen op subdeel ADD
De vereisten van subdeel ADD zijn niet van toepassing op exploitanten die de volgende vluchtuitvoeringen met ballonnen uitvoeren, hoewel het over activiteiten gaat die tegen vergoeding of andere beloning worden uitgevoerd : (Artikel 3 §2 lid 2 van Verordening (UE) 2018/395)
1° Vluchtuitvoeringen door particulieren waarbij de kosten worden gedeeld: (cost sharing)
onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
- vluchtuitvoeringen door vier personen of minder, met inbegrip van de piloot;
- de directe kosten van de vlucht evenals een proportioneel gedeelte van de jaarlijkse kosten voor de opslag, de verzekering en het onderhoud van de ballon moeten worden verdeeld tussen alle inzittenden van de balloon (inclusief piloot);
2° wedstrijdvluchten of luchtvaartvertoningen:
onder de volgende cumulatieve voorwaarden dat:
- de beloning of andere vergoeding voor dergelijke vluchten beperkt is tot het dekken van de directe kosten van de vlucht met de ballon en een proportioneel gedeelte van de jaarlijkse kosten voor de opslag, de verzekering en het onderhoud van de ballon;
- alle eventuele prijzen de door de bevoegde autoriteit gespecificeerde waarde niet overschrijden (dit bedrag zal bepaald worden in een Circulaire die in de nabije toekomst gepubliceerd wordt);
De Verordening (EU) 2018/395 definieert: (Artikel 2)
- Wedstrijdvlucht (‘competition flight’): een vluchtuitvoering met een ballon met het oog op deelname aan vliegwedstrijden, met inbegrip van oefenvluchten voor een dergelijke vluchtuitvoering en vluchten naar en van vliegwedstrijden;
- Luchtvaartvertoning (‘flying display’): een vluchtuitvoering met een ballon met het oog op het geven van een demonstratie of het verschaffen van amusement tijdens een voor het publiek opengesteld, aangekondigd evenement, met inbegrip van oefenvluchten voor een dergelijke vluchtuitvoering en vluchten naar en van het aangekondigde evenement;
3° Kennismakingsvluchten (‘introductory flights’) met vier personen of minder, met inbegrip van de piloot, en vluchten voor valschermspringen:
onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
- de vlucht wordt uitgevoerd:
- door een opleidingsorganisatie als bedoeld in artikel 10 bis van Verordening (EU) nr. 1178/2011 met hoofdvestiging in een lidstaat of
- door een organisatie die is opgericht voor het promoten van de vliegsport of luchtvaartsport of het vrijetijdsvliegen;
- voor zover de organisatie de vluchtuitvoeringen met de ballon verricht op basis van eigendom of een dry leaseovereenkomst;
- voor zover dat vlucht geen winst oplevert die buiten de organisatie wordt uitgekeerd; en
- voor zover dat dergelijke vluchten slechts een marginale activiteit vormen voor de organisatie.
Een ‘organisatie opgericht voor het promoten van de luchtvaartsport of vrijetijdsvliegen’ is een non-profit organisatie opgericht onder de toepasselijke nationale wetgeving met als enige doel het verzamelen van personen met dezelfde interesse voor de algemene luchtvaart om voor het plezier te vliegen of om vluchten voor valschermspringen uit te voeren (GM1 Artikel 3(2)(c)).
De term ‘marginale activiteit’ dient begrepen te worden als zijnde een zeer klein onderdeel van de gehele activiteit van een organisatie, met als hoofdzakelijke doelstelling om zichzelf te promoten en om nieuwe studenten of leden aan te trekken. Een organisatie die de intentie heeft om deze vluchten aan te bieden als regelmatige bedrijfsactiviteit wordt niet geacht te voldoen aan de voorwaarde van de ‘marginale activiteit’. Eveneens worden vluchten georganiseerd met als enige doelstelling om inkomen te genereren voor de organisatie niet als een ‘marginale activiteit’ beschouwd (GM2 Artikel 3(2)(c)).
4° Opleidingsvluchten, uitgevoerd door een opleidingsorganisatie als bedoeld in artikel 10 bis van Verordening (EU) nr. 1178/2011 met hoofdvestiging in een lidstaat.
Synthese
|
Toe te passen VoOrschriften |
|
|
Subdeel BAS (basisvoorschriften) |
Subdeel ADD (aanvullende voorschriften) |
NIET-commerciële vluchtuitvoeringen, met inbegrip van niet-commerciële gespecialiseerde vluchtuitvoeringen |
X |
|
Commerciële ballonvluchten met passagiers (CPB) |
X |
X |
Commerciële gespecialiseerde vluchtuitvoeringen |
X |
X |
Kosten delen/Cost sharing* |
X |
|
Wedstrijdvluchten en luchtvaartvertoningen* |
X |
|
Kennismakingsvluchten en vluchten voor valschermspringen* |
X |
|
Opleidingsvluchten* |
X |
|
*Mits het respecteren van bepaalde regels |
BASISVEREISTEN (subdeel BAS)
Het subdeel BAS (Subpart BAS) bevat verschillende onderdelen:
- Afdeling 1: Algemene voorschriften
- Afdeling 2: Vluchtuitvoeringsprocedures
- Afdeling 3: Prestaties en vluchtuitvoeringsbeperkingen
- Afdeling 4: Instrumenten en apparatuur
Afdeling 1 gaat hoofdzakelijk over de verantwoordelijkheden en de autoriteit van de gezagvoerder, de verantwoordelijkheden van bemanningsleden, de boorddocumenten en het vervoer van gevaarlijke goederen.
Afdeling 2 gaat hoofdzakelijk over de vluchtuitvoeringslocaties, de vluchtvoorbereiding, de weersomstandigheden, de omstandigheden bij opstijgen, bij nadering en landing, het brandstofbeheer, de vluchtuitvoeringsbeperkingen voor nachtvliegen, de gespecialiseerde vluchtuitvoeringen, enz..
Afdeling 3 behandelt de vluchtuitvoeringsbeperkingen, de weging en de prestaties.
Afdeling 4 behandelt de vereiste instrumenten en apparatuur. Het betreft de minimuminstrumenten en -apparatuur voor de vlucht, maar ook de vluchtuitvoeringslichten, retentiesystemen, aanvullende zuurstof, verbandtrommels voor eerste hulp bij ongevallen, handbrandblussers, enz.
Gespecialiseerde niet-commerciële vluchtuitvoeringen met ballonnen (BOP.BAS.190)
Onder een „gespecialiseerde vluchtuitvoering met een ballon”, moet begrepen worden, elke vluchtuitvoering met een ballon die niet als belangrijkste doel heeft passagiers te vervoeren voor sightseeing of vliegervaringen, maar voor parachutesprongen, zeilvliegdroppings, luchtvaartvertoningen, competitievluchten of soortgelijke gespecialiseerde activiteiten (Bijlage I, Artikel 2, 17 ‘Definities’ van de Verordening (EU) 2018/395).
Om te bepalen of de activiteiten onder het toepassingsveld valt van de “gespecialiseerde vluchtuitvoering met een ballon”, dient de gezagvoerder of de operator rekening te houden met de volgende criteria (AMC1 BOP.BAS.190):
a) Speciale apparatuur is nodig om de taak uit te voeren en deze heeft invloed op het gedrag van de ballon;
b) de externe krachten worden opgeheven;
c) personen komen in of verlaten de ballon tijdens de vlucht.
Er dient dus zeker rekening gehouden te worden bij gespecialiseerde vluchtuitvoeringen met ballon met (GM1 BOP.BAS.190 (a)):
a) Vluchten voor valschermspringen;
b) Droppen van deltavleugels;
c) Speciale evenementenvluchten, inclusief luchtvaartvertoningen en wedstrijdvluchten.
De volgende vluchtuitvoeringen worden niet gezien als gespecialiseerde vluchtuitvoeringen met ballon, maar als normale vluchtuitvoeringen (GM1 BOP.BAS.190(b)):
a) Vluchten van luchtreclame;
b) Vluchten voor nieuwsmedia-, televisie-, en film.
Alvorens te beginnen met een niet-commerciële gespecialiseerde vluchtuitvoering met een ballon, voert de gezagvoerder een risicobeoordeling uit, waarbij hij de complexiteit van de geplande vluchtuitvoering beoordeelt.
Op basis van deze risicobeoordeling, stelt hij standaardvluchtuitvoeringsprocedures op (=checklists) (BOP.BAS.190). Met het oog op het uitwerken van een checklist, dient de gezagvoerder ten minste rekening te houden met de elementen gespecificeerd in AMC2 BOP.BAS.190
Aanvullende voorschriften voor commerciële vluchtuitvoeringen (Subdeel ADD)
Op basis van artikel 3(2) lid 1 van de Verordening (EU) 2018/395, mag een exploitant alleen commerciële vluchtuitvoeringen verrichtingen nadat zij aan de bevoegde autoriteit hebben verklaard over de capaciteiten en middelen te beschikken om zich te kwijten van zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot de vluchtuitvoeringen met de ballon.
Hij dient zijn vluchtuitvoeringen met de ballon te verrichtingen overeenkomstig de voorschriften gesteld in subdeel ADD van bijlage II, naast de voorschriften gesteld in subdeel BAS voorschriften.
Verklaring
Overeenkomstig aan BOP.ADD.100, dient de exploitant bij de bevoegde autoriteiten één (1) verklaring af te leggen met als doel dat: (GM1 BOP.ADD.100)
- de exploitant op zijn beurt, zijn verantwoordelijkheden erkent onder toepassing van de geldende veiligheidsregels;
- de bevoegde autoriteit op de hoogte te stellen van het bestaan van de exploitant;
- de bevoegde autoriteit toe te laten om zijn verantwoordelijkheden als toezichthouder te kunnen naleven.
Door deze verklaring, verklaart de exploitant onder meer :
- dat hij alle in bijlage V bij Verordening (EU) 2018/1139 vastgestelde essentiële eisen en de eisen van de Verordening (EU) 2018/395 naleeft en zal blijven naleven;
- dat alle documentatie betreffende het beheer, inclusief het operationeel handboek, voldoet aan de voorschriften van subdeel ADD en;
- dat alle vluchten zullen worden uitgevoerd conform aan de bepalingen van het operationeel handboek, zoals vereist in BOP.ADD.005 b) van subdeel ADD.
Wanneer de verklaring indienen ?
- vóór het opstarten van zijn commerciële exploitatie. (BOP.ADD.100);
- in geval van verandering of bij wijziging (BOP.ADD.105).
Wie zijn de bevoegde autoriteiten ?
Het DGLV is de bevoegde autoriteit voor elke exploitant met zijn hoofdvestiging in België.
Overeenkomstig ARO.GEN.345 (+ AMC1 ARO.GEN.345) van Verordening (EU) nr. 965/2012, vergewist het DGLV zich ervan dat de verklaring alle informatie bevat die wordt voorgeschreven en bevestigt de ontvangst van deze verklaring binnen de 10 werkdagen.
Hoe de verklaring indienen ?
Door middel van het verplichte formulier (gebaseerd op het model van de bijlage van subdeel ADD), dat volledig en correct is ingevuld door de verantwoordelijke manager (‘Accountable manager’).
In voorkomend geval, voegt de exploitant in bijlage van dit formulier, een lijst toe met alle andere middelen, met het oog op overeenstemming met de regelgeving, ter vervanging van de AMC.
Dit formulier (één (1) exemplaar per exploitant voor al zijn activiteiten) dient overgemaakt te worden via mail: balloon.ops@mobilit.fgov.be
Start van de activiteiten ?
De activiteiten mogen onmiddellijk beginnen na indienen van de verklaring bij het DGLV. Anders gezegd, de exploitant dient niet te wachten op de ontvangstbevestiging om met zijn activiteiten te kunnen beginnen.
Geldigheidsduur van de verklaring
De verklaring is geldig voor onbepaalde duur (totdat er wijzigingen zijn doorgevoerd).
De ingediende verklaring dient steeds de gehele huidige situatie weer te geven. Dit heeft tot gevolg dat een nieuwe verklaring (die opnieuw alle essentiële informatie bevat) moet worden ingediend voor ELKE wijziging van de gevraagde gegevens ten opzichte van zijn vorige verklaring die aan het DGLV werd overgemaakt.
Bijvoorbeeld: Indien de exploitant omwille van commerciële doeleinden een nieuwe ballon wil gebruiken, dient hij een nieuwe verklaring in te dienen waarbij hij uitdrukkelijk alle ballonnen vermeldt die hij gebruikt in het kader van zijn commerciële exploitatie (bestaande + de nieuw toegevoegde ballonnen).
Boorddocumenten
Overeenkomstig BOP.ADD.435, dient naast andere verplichte documenten, steeds een kopie van de (laatste versie) verklaring van de exploitant aan boord te zijn van elke ballon
Operationeel handboek
Overeenkomstig BOP.ADD.005 en BOP.ADD.200, dient de exploitant een operationeel handboek op te stellen.
De inhoud van dit operationeel handboek is uitdrukkelijk bepaalt in AMC1 BOP.ADD.200 en AMC2 BOP.ADD.200.
Het betreft een evolutief document. In ieder geval dient de exploitant verplicht over een initiële versie te beschikken op het ogenblik van zijn initiële verklaring (m.a.w. aan het begin van zijn commerciële exploitatie).
Commerciële gespecialiseerde vluchtuitvoeringen met ballonnen (BOP.ADD.510)
Alvorens te beginnen met een commerciel gespecialiseerde vluchtuitvoering met een ballon, voert de gezagvoerder een risicobeoordeling uit, waarbij hij de complexiteit van de geplande vluchtuitvoering beoordeelt.
Aan de hand van de risicoanalyse stelt de exploitant, standaardvluchtuitvoeringsprocedures (=SOP) op, volgens het standaardformaat overeenkomstig AMC2 BOP.ADD.510.
Contact
Elke vorm van communicatie betreffende de regelgeving Balloons air operations moet gericht worden naar het DGLV (directie OPS – O-SPO Department), via het e-mailadres: balloon.ops@mobilit.fgov.be