Uitstoot en andere vervuiling

Changed
20/12/2022

De verbranding van de brandstof in de luchtvaartuigmotoren is doeltreffend, maar produceert vervuilende emissies. Sommige van deze emissies hebben met name een effect op de lokale luchtkwaliteit rond luchthavens en, op wereldschaal, op de klimaatverandering.

Voor meer informatie over deze onderwerpen verwijzen we u naar onze webpagina’s Lokale luchtkwaliteit en Klimaatverandering.

Lokale luchtkwaliteit

Het grootste deel van de luchtvervuiling rond de luchthavens wordt veroorzaakt door het grondverkeer (bij het boarden, op de start- en landingsbaan, enz.). De reactoren draaien stationair en dit veroorzaakt uitstoot van koolstofmonoxide en onverbrande koolwaterstof als gevolg van een onvolledige verbranding.

De monitoring van de luchtkwaliteit rond luchthavens is een bevoegdheid van de gewesten.

Internationale normen

De Internationale Luchtvaartorganisatie (ICAO) legt internationale normen vast inzake de rook en bepaalde verontreinigende gassen uitgestoten door de turboreactoren van luchtvaartuigen. De ICAO-bepalingen gaan over de ventilatie van vloeibare brandstof, rookgassen (die moet worden vervangen door de nvPM-norm voor niet-vluchtige deeltjes) en de belangrijkste gasvormige emissies van straalmotoren, namelijk: onverbrande koolwaterstoffen (HC), stikstofoxiden (NOx) en koolmonoxide (CO). De Europese Unie stelt deze normen verplicht in haar regelgeving. Het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) houdt ook een databank bij van de emissies van luchtvaartuigmotoren.

 

Klimaatverandering

De verbranding van de brandstof in de luchtvaartuigmotoren is doeltreffend, maar produceert vervuilende emissies. Sommige daarvan hebben op wereldschaal een negatieve impact op de klimaatverandering. Daarom worden op mondiaal en Europees niveau veel maatregelen genomen om deze impact te verminderen.

Maatregelen van de ICAO

De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) heeft de draagwijdte van haar beleid in verband met de impact van de emissies van de luchtvaartmotoren op het milieu uitgebreid om de weerslag op wereldschaal van deze emissies ook op te nemen. Op de 37ste Algemene Vergadering in 2010 heeft ze twee mondiale doelstellingen voor de internationale luchtvaartsector vastgelegd:

  • een jaarlijkse verbetering van de brandstofefficiëntie met 2% tot 2050;
  • een koolstofneutrale groei vanaf 2020.

Om deze twee mondiale doelstellingen te verwezenlijken en de duurzame groei van de internationale luchtvaart te bevorderen, voert de ICAO een reeks maatregelen in, waaronder met name verbeteringen in technologie van de luchtvaartuigen, operationele verbeteringen, duurzame vliegtuigbrandstoffen en marktgerichte maatregelen (CORSIA).

De ICAO bestudeert ook de haalbaarheid van een ambitieuze mondiale langetermijndoelstelling voor de internationale luchtvaart, zoals gevraagd op de 40ste zitting van de Algemene Vergadering.

Maatregelen van de Europese Unie

De Europese Unie heeft de leiding genomen over de internationale initiatieven ter vermindering van de broeikasgassen die door de menselijke activiteit worden veroorzaakt en die de klimaatomstandigheden op wereldschaal ernstig dreigen te veranderen.

De regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (EU ETS), aangenomen in 2003, ligt ten grondslag aan de Europese strategie om deze uitstoot op optimale wijze uit een kosten-batenoogpunt te verminderen.

De ETS-regeling wordt aan specifieke sectoren in de EU opgelegd; het toepassingsgebied ervan omvat sinds 2012 ook luchtvaartactiviteiten en is beperkt tot vluchten die binnen de Europese Economische Ruimte worden uitgevoerd.

Toepassing van de ETS-regeling in België

Om de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten in België uit te voeren, was er vanwege de overlapping van federale en gewestelijke bevoegdheden een samenwerkingsovereenkomst tussen de federale Staat en de Gewesten nodig.

België heeft twee bevoegde overheden: het Waals Gewest en het Vlaams Gewest. De aan België toegewezen luchtvaartexploitanten worden onder deze overheden verdeeld op basis van het aantal vluchtactiviteiten (landingen en opstijgingen op een luchthaven op hun grondgebied) en, bij gelijke stand, de hoogste CO-uitstoot van de vluchtactiviteiten. Met een registersysteem beheerd door de FOD Volksgezondheid kan er worden toegezien op de toekenning, het bezit, de verhandeling en de annulatie van emissierechten.

Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit

Na de publicatie van de Europese Green Deal werd er een Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit ontwikkeld, met als doel een vermindering van de CO2-uitstoot van het vervoer met 90% tegen 2050 .

Zo werd er een "korf aan maatregelen" uitgewerkt om de luchtvaart koolstofvrij te maken (beperking van de koolstofvoetafdruk):

  • Tegen 2035 zullen er grote emissievrije vliegtuigen op de markt zijn.
  • De prijszetting voor koolstofheffingen is essentieel om de kosten van CO2-emissies te internaliseren. Zo wordt de huidige belastingvrijstelling voor vliegtuigbrandstof geleidelijk aan afgeschaft.
  • De Commissie zal een voorstel indienen om de gratis aan luchtvaartmaatschappijen toegekende ETS-rechten te verminderen.
  • Het Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (CORSIA) zal via de ETS-regeling worden uitgevoerd.
  • Om de productie en het gebruik van duurzame vliegtuigbrandstoffen te stimuleren, zullen een verplichting tot levering van duurzame vliegtuigbrandstof op EU-luchthavens en een take-on verplichting voor luchtvaartmaatschappijen worden ingesteld, alsook een alliantie voor de waardeketen voor hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen.
  • Dankzij het gemeenschappelijk Europees luchtruim zal er een efficiënter beheer van het luchtverkeer komen, wat extra milieuwinst kan opleveren.

Andere maatregelen om onze luchthavens schoon te maken zullen worden voorgesteld, zoals de aandrijving van geparkeerde vliegtuigen met hernieuwbare energie in plaats van met fossiele brandstoffen.

Andere verontreinigende emissies

Andere verontreinigende emissies, zoals stikstofoxiden, zwaveloxiden of fijne deeltjes, alsook de vorming van condensatiesporen door vliegtuigen op grote hoogte hebben een effect op de klimaatverandering. In 2020, heeft het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) een verslag gepubliceerd waarin de stand van de kennis op dit gebied wordt gepresenteerd.