Opleidingscentra voor professionele bestuurders

Changed
19/06/2024
  •  

    De vakbekwaamheid is een verplichte aanvulling op het rijbewijs voor professionele bestuurders met een rijbewijs van de categorieën C en D. Het bewijs van vakbekwaamheid wordt op het rijbewijs aangeduid met de code 95 bij de betrokken categorieën. Om de vijf jaar moet de houder voor de verlenging ervan een nascholing volgen van 35 uur bij een erkend opleidingscentrum.  

    Zowel de nascholing van de professionele bestuurders als de erkenning van het opleidingscentrum is een regionale bevoegdheid.

    Voor het Waals gewest en het Brussels Hoofdstedelijk gewest behandelt de FOD Mobiliteit en Vervoer voorlopig nog de administratie van de erkenning van een opleidingscentrum.

    Het kandidaat-opleidingscentrum gelegen in Wallonië of het Brussel Hoofdstedelijk Gewest vraagt een erkenning aan bij de FOD Mobiliteit en Vervoer. De erkenning is geldig voor vijf jaar.

    Voorwaarden voor een erkenning 

    Het kandidaat-opleidingscentrum moet onder meer aan de volgende voorwaarden voldoen:

     

    1. Opleidingsprogramma

      Het centrum biedt een modulair opgebouwd opleidingsprogramma aan. Elke module omvat minstens zeven uren nascholing.

      Het centrum werkt een programma uit voor het goederenvervoer, het personenvervoer of het goederen- en personenvervoer.

      Dit programma moet initieel de goedkeuring ontvangen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

      Een opleidingsmodule ecorijden of defensief rijden moet ten minste 3 uur sturen per deelnemende bestuurder bevatten.

      Elke wijziging aan het programma moet voor goedkeuring meegedeeld worden aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, die binnen een termijn van zestig dagen de wijzigingen goed- of afkeurt.

    2. Instructeurs met relevante opleiding en ervaring

      De instructeurs beschikken over een afdoende professionele ervaring in de onderwezen materie en zijn op de hoogte en houden rekening met de meest recente ontwikkelingen in de beroepsopleidingsvoorschriften en -eisen en zijn didactisch en pedagogisch onderlegd.

      De instructeurs van het praktijkgedeelte van de opleiding beschikken minstens zeven jaar over het rijbewijs voor de betrokken categorie.

    3. Directeur opleidingscentrum

      Het centrum beschikt over een directeur die het opleidingscentrum vertegenwoordigt bij de openbare instellingen en die verantwoordelijk is voor de organisatie van de opleiding en voor de administratieve taken.

    4. Lokalen en pedagogisch materiaal

      Beschikt over een gepaste infrastructuur (leslokaal lokaal , sanitair, lokaal voor de administratie en onthaal) alsook het pedagogisch materiaal.

      Het leslokaal is voorzien van tafels en stoelen en het didactisch materieel is aanwezig.

      De lokalen mogen niet worden ingericht in een private woning, noch in een drankgelegenheid.

      Het opleidingscentrum moet beschikken over minstens één computer met internetverbinding.

    5. Kwaliteitslabel

      Binnen een termijn van drie jaar na de erkenning een kwaliteitslabel zoals een Q*for-, ISO- of CEDEO-certificaat of een EFQM-erkenning bekomen (uitgezonderd de onderwijsinstellingen).

    6. Jaarlijks een activiteitenverslag

      Tegen uiterlijk 31 maart van het daaropvolgend jaar dient een activiteitenverslag opgesteld te worden.

    7. Vrije toegang verlenen aan de controleurs van de FOD Mobiliteit en Vervoer

      De inspectiedienst kan de nascholing bijwonen en heeft het recht om er controle uit te oefenen op de ingezette middelen en het goede verloop van de opleidingen.

      Op eenvoudig verzoek van de controlerende instantie deelt het opleidingscentrum hiertoe de plaats, de datum en het uur van de geplande nascholing mee.

  • Hoe een erkenning aanvragen? 

    Voor de aanvraag van een initiële erkenning dient minstens 1 module uitgewerkt te worden en de formulieren 1 tem 6 moeten ingevuld worden. 

    De uitgewerkte PowerPoint van elke aangevraagde module wordt eveneens bij het aanvraagdossier gevoegd.

    De erkenning wordt binnen een termijn van drie maanden afgeleverd, te rekenen vanaf de datum waarop de aanvrager in kennis werd gesteld van de volledigheid van zijn aanvraag.

     

    1. Hernieuwing of erkenning als opleidingscentrum
    2. Goedkeuring modulair opleidingsprogramma
    3. Bijl.1 Leslokalen oefenterreinen
    4. Bijl.2 Naamlijst instructeurs
    5. Bijl.3 CV instructeur
    6. Bijl.4 Voertuigen

     

    Wijziging van de gegevens opleidingscentrum

    Wijziging gegevens opleidingscentrum

    Intrekking module

    Elke wijziging aan het programma moet voor goedkeuring meegedeeld worden aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, die binnen een termijn van zestig dagen de wijzigingen goed- of afkeurt.

     

    Aanvraag hernieuwing erkenning opleidingscentrum centrum

    1. Het opleidingscentrum levert het bewijs dat het blijvend voldoet aan de voorwaarde 1 Opleidingsprogramma
    2. Het opleidingscentrum, uitgezonderd de onderwijsinstellingen, levert het bewijs te beschikken over een Q*for-, ISO- of CEDEO-certificaat, een EFQM-erkenning of andere certificaten of erkenningen die door de minister of zijn gemachtigde aanvaard worden.
    3. Het opleidingscentrum heeft jaarlijks een activiteitenverslag opgesteld en heeft dit uiterlijk tegen 31 maart van het daaropvolgend jaar overgemaakt aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

    Hernieuwing of erkenning als opleidingscentrum

    Voor meer informatie voor de aanvraag van een opleidingscentrum in Vlaanderen, kan u terecht bij het Vlaams gewest:

    erkenning als opleidingscentrum (‘opleidingscentra, opleidingsmodules en instructeurs vakbekwaamheid’ )