Overwegen

Changed
03/08/2022

Overwegen in België 

Spoorvervoer is een veilige vervoerswijze waarbij ongevallen maar zelden voorkomen, zeker in vergelijking met het wegvervoer. 

Overwegen zijn wel een zwakke plek in de veiligheid van het Belgische spoornet. De meeste ongevallen met treinen gebeuren namelijk aan overwegen, waar spoor- en wegverkeer elkaar kruisen. Hoewel dergelijke ongevallen niet de belangrijkste doodsoorzaak zijn in het verkeer, zijn ze meestal wel ernstig en hebben ze te vaak dodelijke slachtoffers tot gevolg. 

Vermindering van het aantal ongevallen 

Om het aantal ongevallen te verminderen, wordt de voorkeur gegeven aan het afschaffen van overwegen

Die oplossing is namelijk het meest doeltreffend om het risico op ongevallen aan bestaande  overwegen uit te schakelen. België voert al enkele jaren een programma uit voor het afschaffen van overwegen en zal zijn inspanningen op dat vlak voortzetten. Het afschaffen van overwegen en de daarmee gepaard gaande inrichtingen zijn echter duur en complex en kaderen daarom binnen een langetermijnperspectief

Verbetering van de veiligheid aan overwegen op korte termijn 

Infrabel, de beheerder van het nationale spoornet en de voornaamste beheerder van de overwegen in België, heeft een aantal maatregelen genomen om de overwegen veiliger te maken. 

Het gaat onder meer om bewustmakingscampagnes of het plaatsen van bewakingscamera's aan bepaalde ongeval gevoelige overwegen. 

Veiligheidsinrichtingen aan overwegen 

Zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 11 juli 2011 betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen, bepaalt de federale minister bevoegd voor het spoorvervoer welke veiligheidsinrichtingen er moeten komen. Dat betekent dat er voor elke overweg een ministerieel besluit wordt gemaakt. De minister bepaalt, op voorstel van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de beheerder van de overweg, welke veiligheidsinrichtingen er precies aan de overweg worden geplaatst. 

Het koninklijk besluit van 11 juli 2011 bevat een lijst van verschillende veiligheidsinrichtingen die aan een overweg mogelijk zijn. Het gaat onder meer over: 

  • verkeersborden A 45 of A 47, ook bekend als ‘Sint-Andrieskruis’ 
  • het rode verkeerslicht dat de overgang verbiedt  
  • het witte verkeerslicht dat de overgang toestaat 
  • geluidsseinen 
  • systeem met gedeeltelijke of volledige afsluiting 
  • bijkomende afsluitsystemen voor voetgangers en fietsers 

Tot slot worden in het ministerieel besluit van 3 november 2011 de technische normen vastgesteld waaraan de veiligheidsinrichtingen moeten voldoen. Het gaat onder meer om de hoogte, de kleuren, de intensiteit van het verkeerslicht of het volume van het geluid. 

De rol van de FOD Mobiliteit en Vervoer 

De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft als taak de overwegen in België te controleren. De FOD zet daarvoor medewerkers in die, in samenwerking met Infrabel of de andere beheerders van overwegen, regelmatig controles uitvoeren aan de overwegen. 

Tijdens zo'n controle controleren de medewerkers van de FOD Mobiliteit en Vervoer of: 

  • de geïnstalleerde veiligheidsinrichtingen voldoen aan de geldende voorschriften, meer bepaald die van het ministerieel besluit voor de gecontroleerde overweg  
  • de geïnstalleerde veiligheidsinrichtingen een optimale beveiliging van de overweg garanderen, rekening houdend met de lay-out van de overweg en de omgeving 

Afhankelijk van het resultaat van die controle kunnen de medewerkers van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de beheerder van de overweg beslissen om de veiligheidsinrichtingen voor de gecontroleerde overweg aan te passen. Opdat die aanpassing doorgevoerd kan worden, moet die worden goedgekeurd door middel van een nieuw ministerieel besluit en ter ondertekening worden voorgelegd aan de minister bevoegd voor het spoorvervoer. 

Contact

Contact Fields

FOD Mobiliteit en Vervoer
Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid
Directie Spoorbeleid
Vooruitgangstraat 56
1210 Brussel

E-mail : dir.rail-spoor@mobilit.fgov.be