FAQ

De laatste jaren kent Europa en België een toenemend gebruik van drones, zowel door particulieren als professionelen. Daarom heeft Europa het concept U-space ontwikkeld. U-space moet ervoor zorgen dat het droneverkeer veilig en vlot kan blijven verlopen. Aan de hand van de verschillende U-spacediensten wordt er op voorhand aan deconflictering gedaan, d.w.z. vermijden dat drones met elkaar, of met bemande luchtvaart, in contact komen.

Daarnaast moet U-space ook tegemoet komen aan het toenemende aantal BVLOS-vluchten. BVLOS betekent Beyond Visual Line of Sight, met andere woorden: de drone bevindt zich buiten het zicht van de piloot. Deze bestuurt de drone via een scherm op afstand.

U-space moet eveneens zorgen voor een betere zichtbaarheid van drones en een betere oriëntatie voor dronepiloten in een luchtruim, een vroegtijdige planning van droneoperaties, een versneld autorisatieproces voor complexe droneoperaties (bijv. BVLOS).

Verder zal U-space naast veiligheid ook rekening houden met andere publieke belangen (bescherming van privacy, milieu,…) in het kader van het coördinatiemechanisme.

BVLOS staat tegenover VLOS en betekent ‘Beyond Visual Line of Sight’. Dat wil zeggen dat er buiten het gewone zicht wordt gevlogen. De drone is dus niet meer in het zicht tijdens het vliegen, maar te volgen (en te besturen) op afstand via een scherm. BVLOS-vluchten worden bijvoorbeeld gebruikt om goederen te transporteren of inspecties uit te voeren.

Ja, binnen U-spaceluchtruim bestaan er verplichte diensten waarvan de dronepiloot gebruik dient te maken via een USSP. Zonder deze diensten is het verboden om te vliegen met een drone in U-spaceluchtruim

De drone moet, naast de bepalingen in de nationale wetgeving, voldoen aan de U-space vereisten. D.w.z. dat de dronepiloot met de drone in kwestie gebruik moet kunnen maken van de verschillende U-spacediensten aangeboden door de USSP.

Nee, bestaande (nationale en Europese) dronewetgeving blijft van kracht. De U-space regelgeving vormt een extra wetgevende laag om drone-operaties in de toekomst nog veiliger en vlotter te laten verlopen.

Binnen het U-spaceluchtruim wordt bemande luchtvaart zo veel mogelijk van onbemande luchtvaart gescheiden. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen gecontroleerd en ongecontroleerd luchtruim.

In gecontroleerd luchtruim: Bemande luchtvaart vliegt per definitie niet in U-spaceluchtruim. Mocht dat uitzonderlijk toch het geval zijn, betreedt bemande luchtvaart het U-spaceluchtruim aan de hand van de zogenaamde dynamische luchtruimherconfiguratie; (een deel van) het U-spaceluchtruim wordt tijdelijk inactief voor UAS. In gecontroleerd luchtruim komt bemande luchtvaart dus nooit in contact met onbemande luchtvaart.

In ongecontroleerd luchtruim: Bemande luchtvaart zonder luchtverkeersleiding die binnen U-spaceluchtruim vliegt, dient te allen tijde elektronisch zichtbaar te zijn. Dronepiloten die in U-spaceluchtruim vliegen hebben toegang tot deze informatie en zijn verantwoordelijk voor het vermijden van botsingen.

Het eerste  toekomstige U-spaceluchtruim in België, U-space Port of Antwerp-Bruges, zal zich in ongecontroleerd luchtruim bevinden.

Een U-spaceluchtruim kan tot stand komen bij een toenemend gebruik van (zwaardere) drones op een bepaalde locatie en wanneer de totstandkoming bijgevolg een positieve impact kan hebben op vlak van veiligheid, beveiliging, privacy en milieu. Wanneer een U-spaceluchtruim wenselijk is, wordt er een luchtruimrisicobeoordeling uitgevoerd om veiligheid en beveiliging te waarborgen. Verder wordt er ook een coördinatiemechanisme opgezet om zaken als milieu en privacy te bespreken met belanghebbende partijen die geïmpacteerd kunnen worden door het mogelijke U-spaceluchtruim. Op basis van deze twee zaken, wordt het U-spaceluchtruim al dan niet geïmplementeerd en wordt beslist over de specifieke (technische) details en voorwaarden van het U-spaceluchtruim.