Verval in het recht tot sturen

Changed
01/02/2023

Een rechter spreekt het verval van het recht tot sturen, ook gekend als een rijverbod, uit. Het doel hiervan is om veroordeelden te beletten motorvoertuigen te besturen tijdens een periode die kan gaan van acht dagen tot levenslang. 

Aan het herstel in het recht tot sturen kunnen ook extra voorwaarden verbonden worden. De veroordeling is soms beperkt tot bepaalde categorieën van motorvoertuigen of tot een verval enkel in het weekend en tijdens de feestdagen. Het herstel kan ook afhankelijk worden gemaakt van het slagen van één of meer examens en onderzoeken. 

Twee soorten verval 

1. Verval bij een overtreding

De rechter spreekt het verval uit als straf bij een overtreding. Aan deze veroordeling kunnen een aantal voorwaarden worden verbonden.

2. Verval bij lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid  

Dit verval wordt uitgesproken als de bestuurder lichamelijk of geestelijk ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen. Dit naar aanleiding van een veroordeling wegens een overtreding of een verkeersongeval te wijten aan het persoonlijk toedoen van de dader.  

Het is een beveiligingsmaatregel.

Na zes maanden kan de veroordeelde een herziening aanvragen via een verzoekschrift bij het Openbaar Ministerie. 

Aanvang van het verval 

1. Verval bij een overtreding  

Een verval dat als straf is uitgesproken, gaat in de vijfde dag na de dag waarop het Openbaar Ministerie dit aan de veroordeelde heeft meegedeeld.

2. Verval bij lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid  

Het verval wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van de bestuurder gaat in (art. 43 van de wet)

  • bij de uitspraak van de beslissing bij een procedure op tegenspraak 
  • bij de betekening van de beslissing bij verstek 

Dit wil zeggen dat de  beveiligingsmaatregel onmiddellijk ingaat de dag van de uitspraak wanneer de veroordeelde aanwezig is op rechtbank.  Het rijbewijs moet direct worden afgegeven.  Is de veroordeelde niet aanwezig dan gaat het verval in op de dag van de betekening (kennisgeving) aan de veroordeelde. 

Inleveren van het rijbewijs 

Als u een verval van het recht tot sturen kreeg opgelegd, moet u het rijbewijs waarvan u houder bent, inleveren bij de griffier van het gerecht dat de beslissing heeft uitgesproken. Het kan hierbij gaan om:   

  • uw rijbewijs, wanneer het gaat om verval van het recht tot sturen van een motorvoertuig waarvoor het document is afgegeven 
  • uw voorlopig rijbewijs 

Verval met voorwaarden 

De rechter kan voorwaarden verbinden aan het verval: 

1. Herstelexamens en -onderzoeken 

De rechter kan het herstel in het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor een of meer examens en onderzoeken: 

  • theoretisch examen 
  • praktisch examen
  • geneeskundig onderzoek 
  • psychologisch onderzoek 

Het herstel in het recht tot sturen is enkel mogelijk als u slaagt voor de examens en onderzoeken. 

Een persoon die vervallen is verklaard van het recht tot sturen, kan voorlopig worden hersteld in zijn recht tot sturen als hij is geslaagd voor alle herstelexamens en –onderzoeken die hij heeft afgelegd en ondergaan, maar de geneesheer of de psycholoog een later onderzoek nodig acht (voorlopig herstel bestaat niet voor de theoretische en praktische examens). Hij vermeldt het voorlopige herstel op het attest van slagen (het deelnemingsdocument).

Dit voorlopige herstel kan ook tot bepaalde categorieën worden beperkt. 

2. Beperking van het verval tot bepaalde categorieën 

De rechter kan het verval tot bepaalde categorieën beperken. De gemeente levert dan een rijbewijs ‘op proef’ af, waarop enkel de categorieën gevalideerd worden waarmee u mag rijden. De categorieën waarmee u gedurende die periode niet meer mag sturen, worden met een einddatum (begin verval) op dat rijbewijs vermeld.

3. Beperking van het verval tot het rijden tijdens weekends en feestdagen 

De rechter kan beslissen dat het verval enkel geldt: 

  • van vrijdag 20 uur tot zondag 20 uur 
  • van 20 uur op de vooravond van een feestdag tot 20 uur op de feestdag 

De gemeente levert dan een rijbewijs ‘op proef’ af met vermelding van de beperkingscode 200. 

4. Beperking tot het besturen van voertuigen die uitgerust zijn met een alcoholslot 

De rechter kan het recht tot sturen beperken tot een motorvoertuig dat uitgerust is met een alcoholslot. Strikt genomen is dit geen verval maar een beperking van het rijbewijs tot voertuigen die uitgerust zijn met een alcoholslot. De beperkingscode code 69 wordt op het rijbewijs vermeld naast de categorieën waarvoor een alcoholslot is opgelegd.